Een pup zindelijk maken

Giardia

GIARDIA    

Giardia bij honden is helaas een wijdverbreid en hardnekkig probleem waar veel hondenbezitters vroeg of laat mee te maken kunnen krijgen. In het begin zal de hond zonder aanwijsbare reden herhaaldelijk zachte, soms slijmerige ontlasting hebben. Bij onveranderde voeding is de ontlasting vaak dagenlang stevig, om dan ineens weer zacht te worden. Door het grillige verloop van de symptomen vermoedt men in het begin dat de hond iets verkeerds heeft gegeten, of iets buiten heeft opgepakt, en zo blijft de Giardia vaak onopgemerkt, totdat de ziekteverwekker zich sterk vermenigvuldigd heeft en de symptomen niet meer af en toe, maar dagelijks te zien zijn.

In dit advies leggen we graag uit wat Giardia precies is, welke symptomen Giardia kan veroorzaken bij honden en welke mogelijkheden er zijn om de hond te ondersteunen qua voeding, wanneer hij Giardia heeft.

WAT IS GIARDIA EN HOE SCHAADT DIT DE HOND?

Giardia (Giardia intestinalis) behoort tot de groep van protozoa (eencellige organismen) die zich bij zoogdieren hechten aan het slijmvlies van de dunne darm, en zich voornamelijk voeden met zetmeel/ koolhydraten. Honden raken besmet wanneer ze Giardia-cysten inslikken. De Giardia vermenigvuldigt zich in de darm. Zo kan het aantal zich in korte tijd elke keer verdubbelen. Niet elke besmetting met Giardia levert de hond uiterlijk herkenbare problemen op. Maar wanneer het darmslijmvlies reeds geïrriteerd is of de Giardia de overhand krijgt, kunnen afwisselende spijsverteringsklachten zoals diarree, braken, winderigheid en krampen optreden. Dit kan al snel een serieus gevaar worden voor bijvoorbeeld pups en jonge honden. De hondenbezitters dienen de Giardia dan ook direct te behandelen.

Wortelgranulaat wordt gebruikt ter preventie van wormen en parasieten in de darmen

    Zieke honden scheiden Giardia-cysten uit via de ontlasting – dit is dan een mogelijke infectiebron voor andere honden die te dicht bij deze ontlasting komen. Als een gezonde hond in contact komt met de ontlasting van een zieke hond – maar ook bijvoorbeeld bij het besnuffelen aan zijn vacht of achterlijf – kan hij besmet raken met Giardia. Giardia-cysten zijn ook echte overlevers: ze kunnen enkele maanden overleven in een normale omgeving en blijven dan een bron van infectie voor andere honden.

    GIARDIA EN HET IMMUUNSYSTEEM

    DESKUNDIGEN GAAN ERVAN UIT DAT VEEL HONDEN DAGELIJKS IN AANRAKING KOMEN MET GIARDIA. DIEREN MET EEN VERZWAKT IMMUUNSYSTEEM (BIJVOORBEELD OMDAT ZE BEPAALDE MEDICIJNEN SLIKKEN, CONSTANT STRESS HEBBEN, LAST HEBBEN VAN ALLERGIEËN OF INTOLERANTIES, HUN VOEDING NIET GOED VERDRAGEN, ETC.) OF WAARVAN HET IMMUUNSYSTEEM NOG IN ONTWIKKELING IS, ZOALS BIJ PUPS EN JONGE HONDEN, HEBBEN MEER KANS OP PROBLEMEN DAN HONDEN MET EEN STERK IMMUUNSYSTEEM.

    Een sterk immuunsysteem is daarom van bijzonder belang om het spijsverteringsstelsel te helpen in de verdediging tegen Giardia en ook bij het herstel en opbouw na een doorgemaakte Giardia-besmetting.

    GIARDIA BIJ HONDEN – MOGELIJKE BRONNEN VAN INFECTIE

    Zoals eerder vermeld, kan Giardia enkele maanden overleven onder normale omgevingsomstandigheden. Er zijn dan ook diverse besmettingsbronnen.

    Een geïnfecteerde hond kan de cysten bijna overal met zijn lichaam verspreiden tijdens de dagelijkse verzorging – de mond, vacht en achterwerk zijn mogelijke bronnen van infectie en herinfectie. De ontlasting van een besmette hond is een andere belangrijke bron van infectie, zelfs als de ontlasting niet meer als zodanig kan worden herkend – andere honden kunnen net zo besmet raken tijdens het besnuffelen als bij het eten van de ontlasting.

    Regenwater kan ervoor zorgen dat Giardia-cysten zich ophopen in kleine-, grote plassen, vijvers e.d.: honden die hier drinken, kunnen besmet raken.

    VEEL VOORKOMENDE SYMPTOMEN VAN GIARDIA BIJ HONDEN

    Afhankelijk van hoe sterk het immuunsysteem van de geïnfecteerde hond is of hoe groot de Giardia-besmetting is, kunnen verschillende symptomen zich in verschillende vormen voordoen. Meestal gaat het om spijsverteringsproblemen.

    SYMPTOMEN ZIJN ONDER ANDERE:

      • Elke dag terugkerende, slijmerige, zachte ontlasting
      • Ontlasting constant zacht of papperig
      • Regelmatige diarree (deels en soms bloederig)
      • Sterke geur van ontlasting
      • Winderigheid
      • Krampen
      • Braken

    ANDER BIJKOMENDE SYMPTOMEN KUNNEN DAN OPTREDEN:

    • Uitdroging door verlies van vocht bij langdurige diarree en daarbij behorende voedingstoffen tekorten
    • Droge, onrustige en doffe vacht
    • Gewichtsverlies
    • Druk onrustig gedrag en veel bijten
    • Traag-, slap- of sloomheid

    Als het dier de hierboven beschreven symptomen vertoont, moet je zeker weten of er sprake is van een Giardia-besmetting. Verzamel hiervoor gedurende zeker 3 dagen ontlasting monsters (bij elkaar 1 fecaal monster) en laat deze in het laboratorium onderzoeken. Veel dierenartsen kunnen de ontlasting monsters direct in hun praktijk op Giardia controleren.

    Het wordt problematisch als je een hond hebt die lijdt aan een Giardia-besmetting, maar geen symptomen vertoont – dit is helaas vaker het geval. De hond of zijn immuunsysteem kan de besmetting het hoofd bieden. Niettemin is het een verspreider en dus een potentiële bron van infectie voor andere dieren. Soms zijn honden die giardiasis hebben gehad voor het leven drager van giardia.

    Als je meerdere honden hebt, van wie één herhaaldelijk de diagnose Giardia krijgt en behandeld wordt, terwijl de andere gezond lijkt te zijn, moet je de andere honden ook laten onderzoeken. Eén van hen kan de drager zijn, zelfs als deze geen symptomen vertoont, en dus de andere hond keer op keer besmetten. Hetzelfde geldt als je eigen hond herhaaldelijk met Giardia wordt besmet, nadat je buiten bevriende hondenbezitters hebt ontmoet zijn – ook hier kan een andere hond de drager zijn, hoewel deze geen symptomen vertoont.

    Het hoeven echter niet per se andere honden te zijn die de Giardia overdragen, want zoals reeds beschreven kunnen kleine-, grote plassen en vijvers waaruit de hond regelmatig drinkt ook bronnen zijn waar hij herhaaldelijk van besmet wordt.

     

    DE HOND HEEFT GIARDIA – WAT NU?

    Over het algemeen wordt geadviseerd dat honden geen contact hebben met soortgenoten als ze besmet zijn met Giardia. Deze medaille heeft echter twee kanten. Omdat pups en jonge honden vaak worden besmet, grijp je in in de uiterst belangrijke socialisatiefase door isolatie en ontneem je daarmee de jonge hond levensbepalende ervaringen. De eenzaamheid die wordt veroorzaakt door het isolement kan niet alleen veel psychologische stress opleveren voor pups en jonge honden, ook volwassen honden en hondenbezitters kunnen daar last van hebben.

     

    ONDERSTEUNENDE HYGIËNEMAATREGELEN VOOR DE HOND MET GIARDIA